Voorwoord

De gemeente Rheden Groener, Socialer en Dichterbij. Dat is de ambitie van het coalitieakkoord dat op 24 mei 2022 is getekend. De kernboodschap van dit coalitieakkoord is: wij verduurzamen verder onze leefomgeving, gaan klimaatverandering tegen en versterken de natuur, wij vergroten het welzijn van onze inwoners, geven ondersteuning aan mensen die dat nodig hebben en wij realiseren deze ambities samen met onze inwoners. Sindsdien, ook in 2023, ons jubileumjaar, is daaraan systematisch invulling gegeven. Het college doet daarvan op een later tijdstip verslag. In de kadernota 2024 en de tweede bestuursrapportage hebben wij u reeds meegenomen in de minder rooskleurige financiële context van onze gemeente. Dit heeft ook invloed op de programmabegroting 2024-2027.

Het college is trots op de bereikte resultaten in de afgelopen periode op alle drie onderdelen van het coalitieakkoord: Groener, Socialer en Dichterbij. De richting voor groei blijft wat haar betreft dan ook staan. De mate van groei is echter sterk afhankelijk van een gezond wortelstelsel: onze financiële gezondheid. Gezien de stormen (crises) die over ons heen zijn gekomen is daar de afgelopen periode een sterk beroep op gedaan.

Voor u ligt de Programmabegroting 2024-2027. Hierin wordt onze visie voor het jaar 2024 en de daaropvolgende jaren tot 2027 verder uitgewerkt. Naar verwachting kunnen wij eind dit jaar terugblikken op een jaar met twee gezichten: enerzijds een enorme energie en saamhorigheid die de jubileumfestiviteiten in onze dorpen hebben losgemaakt, dit na een aantal zware coronajaren. Anderzijds blikken wij terug op verschillende crises, zoals de energiecrisis, de gevolgen van de oorlog in Oekraïne met de komst van nieuwe vluchtelingen, de wooncrisis, de toegenomen zorgvraag vanuit de samenleving en de krapte op de arbeidsmarkt. Dit heeft de afgelopen periode geleid tot een sterke inflatie en een toenemend beroep op de dienstverlening van de gemeente. Ook hebben deze ontwikkelingen een grote impact op de financiële situatie van onze gemeente en de perspectieven zoals in deze programmabegroting 2024-2027 verwoord.

Zoals in de tweede bestuursrapportage is aangegeven sluiten we het jaar 2023 af met een verwacht negatief resultaat van 2,9 miljoen euro. Dit negatief effect heeft een forse structurele doorwerking in de planperiode 2024-2027. Daarnaast schreven we in de kadernota 2024-2027 die de basis vormt voor deze programmabegroting, al over de (autonome) ontwikkelingen waar we als gemeente op moeten reageren. Deze hebben een omvang van (ruim) € 11 miljoen. Aan de andere kant constateren we dat de aanvullende Rijksbijdrage met een toename van € 4,7 miljoen voor 2024 (meicirculaire gemeentefonds 2023) onvoldoende dekking geeft om hiermee om te gaan.

Deze realiteit vraagt van de raad, het college en de ambtelijke organisatie een wendbare en soms onconventionele opstelling. Wij zullen daarin met elkaar keuzes moeten maken en verantwoordelijkheid moeten nemen. Het college zoekt daarom de samenwerking met de hele Raad, onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties om tot een herijking van onze ambities te komen.

De programmabegroting die wij u nu voorleggen is een programmabegroting ‘onder spanning’, dit wil zeggen dat er risico’s op mogelijke afwijkingen genomen zijn op grond van onzekerheden die zich daarin kunnen voor doen.  Hiermee creëren wij ruimte om tot een herziening van onze ambities voor de komende jaren te komen.  

Het college heeft op dit moment nog niet gekozen voor ingrijpende keuzes in de dienstverlening aan onze inwoners. Tegelijkertijd gaan wij wel een proces in om tot een gezonde financiële huishouding te komen waarin het maken van toekomstige fundamentele keuzes onvermijdelijk is. Dit krijgt zijn beslag in een solide kadernota 2025.

Helaas kent de gemeentebegroting maar een beperkt aantal beïnvloedingsmogelijkheden op korte termijn, zonder dat dit ingrijpende consequenties voor onze inwoners heeft. Desalniettemin heeft het college haar verantwoordelijkheid genomen en mogelijke kansen op besparingen geïnventariseerd. Het uitgangspunt hierbij was hierbij dat er zo min mogelijk consequenties voor de inwoner zijn. Voor een aantal besparingen kiezen we er dus voor om de begroting “onder spanning” te zetten. Hierbij lopen we het risico dat de besparing, ondanks alle inzet, toch niet (volledig) haalbaar blijkt. In de afgelopen zomerperiode zijn voor 11 miljoen aan kansen op besparingen in kaart gebracht. Het college heeft deze kansen van mogelijkheden en onmogelijkheden afgewogen.

Een nadere toelichting van het nieuwe begrotingssaldo leest u later in dit voorwoord terug. De keuze die het college heeft gemaakt, legt zij dan ook graag aan de raad voor. Wij willen u graag de gelegenheid geven mede invulling te geven aan de door het college geïnventariseerde richtingen. Zelfs in deze financieel lastige periode ziet het college nog kansen om te investeren in belangrijke ontwikkelingen en is de wens om de stelpost Raadswensen hiervoor in te zetten. De stelpost Raadswensen verbindt het college nadrukkelijk aan Groener, Socialer en Dichterbij én financieel op orde. Wij stellen voor deze in te zetten voor activiteiten in het kader van het Burgerberaad, burgerparticipatie, blijfwijken en de gewenste woningbouwversnelling. Daarnaast wordt het restant apart gezet om de financiële positie te versterken.

Naast de inventarisatie van kansen heeft het College Twynstra en Gudde gevraagd een financieel vergelijkend perspectief aan te reiken als basis voor het bepalen van onderzoeksrichtingen voor 2025 en verder. In de begroting 2024-2027 komt het college tot een sluitend begrotingsresultaat, primair gericht op 2024 en in tweede instantie op 2025. Daarbij heeft zij geconstateerd dat zowel de jaarrekening 2022 als de kadernota 2023 een afwijkend beeld laten zien in vergelijking met andere gemeenten van vergelijkbare omvang. Twynstra en Gudde is gevraagd om een verdiepende vergelijking te maken die inzicht geeft in de grootste verschillen en deze waar mogelijk ook te verklaren.  De uitkomsten zijn met de raad besproken in de raadsbijeenkomst van 18 september jl..

Het college heeft, mede op basis van het Twynstra en Gudde rapport, een aantal onderzoeksrichtingen voor mogelijke besparingen in de komende jaren geïnventariseerd. Deze onderzoeksrichtingen willen wij meenemen in het traject naar een solide kadernota 2025.  Bij de behandeling van deze begroting kunt u, Raad, de prioriteiten bepalen in deze keuzes. De top 6 beleidsmatige onderzoekslijnen voor besparingen, hebben wij verdeeld over twee denkrichtingen:

  1. Meer focus (binnen het kader van ‘Groener, Socialer en Dichterbij’)
  2. Meer efficiënte inzet van middelen (ter versterking van de het financiële kader)

1. Meer focus

1.1 Sociaaleconomische kracht Rheden
Het Twynstra en Gudde rapport beveelt aan om onderzoek te doen naar de versterking van de sociaaleconomische kracht van Rheden. Hierbij gaat het om de versterking van de economie en de arbeidsmarkt(deelname). In het kader van de sociaaleconomische kracht van Rheden onderzoeken wij ook het ‘toekomstproof’ wonen cq. de samenstelling van ons woningaanbod. We zien een ontwikkeling dat inwoners steeds langer thuis wonen, wat een groot beroep doet op onze gemeente omdat wij verantwoordelijk zijn voor woningaanpassingen. Daarnaast zien we ook dat steeds meer inwoners alleenstaand zijn. Kortom; de vraag naar woningen verandert. Als gemeente kunnen we ons afvragen hoe we om willen gaan met deze vraag.
De richtinggevende keuzes die dit onderzoek zou moeten opleveren zullen worden opgenomen in onze omgevingsvisie. De omgevingsvisie beschrijft hoe wij omgaan met onze schaarse ruimte. Hierin hebben we als gemeentes keuzes te maken die nauw samenhangen met welke gemeente we willen zijn.
1.2 Richtinggevende keuzes koersdocument sociaal domein: re-integratie, participatie, vrijwilligers
In het koersdocument voor het sociaal domein zullen verschillende richtinggevende keuzes worden uitgewerkt op het brede sociaal domein waarin steeds ambities gekoppeld zullen worden aan beschikbare financieel kader. Ook Twynstra en Gudde heeft laten zien dat de gemeente Rheden een relatief grote sociaaleconomische problematiek beschikt met een grote vraag om zorg en ondersteuning vanuit de samenleving. Verschillende rapporten en onderzoeken laten zien dat Rheden een relatief grote sociaaleconomische problematiek heeft. Dit maakt dat wij relatief veel geld uitgeven aan de dienstverlening in het sociaal domein in vergelijking tot andere gemeenten. Graag willen wij verdiepend onderzoeken wat de oorzaken hiervan zijn en op welke wijze wij deze problemen kunnen voorkomen.
Beide richtinggevende documenten hangen vanzelfsprekend nauw met elkaar samen en vormen (mogelijk) de kern van het traject naar een solide kadernota 2025.

2. Meer efficiënte inzet van middelen

2.1   Besparingen op de gemeenschappelijke regelingen
Wij gaan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om tot besparingen te komen in de kosten die wij maken voor gemeenschappelijke regelingen zoals: De Connectie, ODRA en MGR. Het resultaat van dit onderzoek zijn mogelijke beleidskeuzes inzake de gemeenschappelijke regelingen.
2.2   Investeringskredieten
Het college stelt voor om te gaan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de afschrijvingslasten van investeringskredieten later te starten. Ook het  van afschrijving van investeringskredieten verlaagd de kapitaallasten voor de jaren 2026 en 2027.
2.3   Inkomsten vergroten waaronder leges, tarieven, toeristen- en verblijfbelasting en OZB
Als gemeente hebben wij verschillende inkomsten vanuit belastingen, leges en heffingen. Onderzoek wordt gedaan naar het meer kostendekkend maken van deze tarieven. Zo is onze de gemiddelde belastingdruk al jaren relatief laag. Voorstel is om dit op termijn, gefaseerd, op het Gelders gemiddelde te brengen. Een mogelijke onderzoekslijn is ook het onderzoeken van de impact van tariefsverhogingen.
Binnen de gemeente worden bijvoorbeeld geen parkeerheffingen in rekening gebracht. Onderzocht wordt wat de mogelijkheden en financiële en economische impact is van het heffen van parkeergelden in de dorpscentra. Zo is bijvoorbeeld de parkeergarage bij het station Dieren tot op heden kosteloos.
2.4   Incidentele middelen: inzet vastgoed, gronden en verdiepend onderzoek reserves
Gemeente Rheden heeft een periode sterk ingeteerd op haar reserves. Wat is een voor de gemeente Rheden passend beleid op dit gebied? Deze verkenning kan wellicht ook financiële ruimte opleveren. Gemeente Rheden heeft vastgoed en gronden in haar bezit. Het college stelt voor om een verkennend onderzoek te doen naar onze grond- en vastgoedportefeuille en de betekenis en financiële consequenties van eventuele verkoop aan derden of van het bijstellen van huren en pachten.

Het college blijft daarnaast vasthouden aan de ambitie om de financiële positie de komende jaren te versterken, door elk jaar middelen toe te voegen aan de algemene reserve. Hierdoor creëren we een financiële buffer om toekomstige tegenvallers op te vangen.
Begrotingssaldo
Met deze begroting 2024-2027 komt het college tot een sluitend begrotingsresultaat voor 2024 en 2025. De ontwikkeling van dit nieuwe saldo ten opzichte van het eerdere begrotingssaldo uit de  programmabegroting 2023-2026 leest u terug in de onderstaande tekst. Deze paragraaf wordt afgesloten met een samenvattende tabel.
Het begrotingssaldo uit de programmabegroting 2023-2026 voor 2024 was ruim € 1,6 miljoen voordelig. Het effect van de meicirculaire voor 2024 is € 4,7 miljoen voordelig. Deze twee bedragen tellen op tot € 6,3 miljoen en geven de extra financiële ruimte voor de jaren 2024 tot en met 2027. Deze financiële ruimte is het kader waarbinnen de financiële ontwikkelingen (waaronder indexaties) opgevangen moeten worden.
In de kadernota 2024-2027 zijn diverse ontwikkelingen financieel vertaald. Het financiële effect van de deze ontwikkelingen voor 2024 bedraagt € 11,5 miljoen nadelig*.   Hierop aanvullend zijn in de 2e bestuursrapportage 2023 financiële ontwikkelingen opgenomen die doorwerken in 2024 en verder. Naast de ontwikkelingen die een structurele doorwerking hebben zijn er ook financiële ontwikkelingen die vanaf 2024 gaan spelen. Het financiële effect van beide opgeteld is voor 2024 bijna € 4,7 miljoen nadelig. Er is dus financiële ruimte ten hoogte van € 6,3 miljoen maar hier staan ontwikkelingen van € - 11,5 en € - 4,7 miljoen tegenover. De opgave voor 2024 komt daarmee op € 9,9 miljoen (nadelig).
Om tot een financieel sluitend perspectief te komen voor 2024 en 2025, zijn er de afgelopen maanden kansen op besparingen gezocht. Hierbij is naar maatregelen gezocht die de inwoner zo min mogelijk raken. Op een aantal onderdelen hebben we onze ambitie bijgesteld op de beperkte financiële middelen en op andere onderdelen hebben we de begroting meer “onder spanning” gezet en gaan we scherper aan de wind zeilen. Dit is niet zonder risico’s. Voor 2024 is er voor € 11 miljoen aan kansen op besparingen in kaart gebracht.
Het begrotingssaldo voor 2024 komt daarmee uit op € 1.174 duizend voordelig. Het gaat om een positief begrotingssaldo, waardoor de financiële positie versterkt. In de onderstaande tabel geven wij de samenvatting van de begroting 2024-2027 weer. U leest de cijfers uit de bovenstaande tekst hierin terug in de kolom “2024”.

Opbouw begrotingssaldo (bedragen x € 1.000,-)

2024

2025

2026

2027

Begrotingssaldo 2023-2026

1.662

2.001

-3.866

-3.866

Effect meicirculaire

4.664

4.589

2.468

4.524

Financiële uitgangspositie

6.326

6.590

-1.398

658

Ontwikkelingen kadernota*

-11.512

-11.167

-9.227

-8.606

Nieuwe ontwikkelingen na kadernota

-4.663

-4.532

-4.093

-8.339

Financiële opgave

-9.849

-9.109

-14.718

-16.287

Kansen op besparingen

11.023

9.815

8.124

8.224

Begrotingssaldo 2024-2027

1.174

706

-6.494

-8.063

*: Voorlopend op de meicirculaire was er al een baat opgenomen, in optelling is deze eruit gehaald om een dubbeltelling te voorkomen. Vandaar dat dit bedrag afwijkt van het getal in de kadernota 2024-2027.

Met deze programmabegroting die sluit voor de jaren 2024 en 2025 creëren wij ruimte om het met elkaar te hebben over fundamentele keuzes voor 2025 en verder. Op het moment dat het college meer zicht heeft op de financiële impact die de mogelijke onderzoekslijnen kunnen hebben gaat zij graag in gesprek met de raad over de daadwerkelijke keuzes. Daarvoor zal een voorbereidende opdracht gegeven worden aan een projectgroep ‘naar een solide kadernota 2025’.
U leest dat de jaren 2026 en 2027 niet sluitend zijn en zelfs met een ruim negatief saldo worden afgesloten. De reden hiervoor is dat vanaf 2026 een ander financieringssystematiek gaat gelden voor het gemeentefonds. De wijzigingen leiden tot een afname van het gemeentefonds van ruim 3 miljard euro, hetgeen voor de gemeente Rheden een geschat negatief effect heeft van 6 miljoen euro. Deze ontwikkeling speelt voor alle gemeenten, wat maakt dat 2026 ook wel het “ravijn jaar” wordt genoemd. Vanuit de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is geadviseerd, zolang nog geen duidelijkheid is over mogelijk oplossingen, de jaren niet sluitend aan te leveren aan de toezichthouder. Dit advies is in deze begroting overgenomen.
Op basis van de omgevingsvisie, het koersdocument sociaal domein en de in kaart gebrachte knoppen op basis van de hiervoor beschreven onderzoekslijnen zullen wij ons de komende periode richten op de vraag: ‘Wat voor gemeente wil/kan je zijn?’. De raad zal gevraagd worden de uitgangspunten vast te stellen. Dit zal leiden door een solide en gezamenlijk gedragen kadernota 2025, die als basis dient voor de begroting 2025-2028. Door samen met de raad dit traject aan te gaan, denken wij Rheden weer in een duurzaam financieel stabiel vaarwater te kunnen brengen.

Deze pagina is gebouwd op 01/26/2024 14:04:51 met de export van 01/26/2024 11:27:56